Dag 13 - 8 juni - Lamayuru

Photobucket
Buiten slapen op de binnenplaats

Vannacht goed geslapen, ondanks dat we het onder 2 dikke wollen dekens nauwelijks warm konden houden. Het zoontje van de guesthouse familie en zijn zusje liggen snachts buiten te slapen, wat zijn wij dan watjes. Het is zes uur en de zon schijn al over een deel van de berghellingen. Het zorgt meteen al voor wat warmte, Het fortachtige kloostergebouw, hoog boven ons, ligt nog in de schaduw.
Vanaf het platte dak boven onze slaapkamer zie ik het dorp langzaam tot leven komen, het wordt weer een mooie dag en we hebben er weer zin in om er tegenaan te gaan na de kleine inzinking gisteren. Een lekkere warme douche is er niet bij, Wassen doen we met behulp van een emmer ijskoud water. Afdrogen is amper nodig, je bent al vrijwel droog voordat je een handdoek pakt, zo droog is de lucht hier. Dat merk je ook aan de lippen die de hele dag droog zijn.

Photobucket
Een forse klim om boven te komen

Na een goed ontbijt gaan we de klim maken naar het klooster. Het pad gaat stijl omhoog en om de 20 meter moeten we even stoppen om weer op adem te komen, langer doorlopen lukt gewoon niet. Het hakt er flink in zo'n inspanning op 3500 meter hoogte. Maar dat geeft ook gelegenheid telkens rond te kijken en te genieten van het dorpsleven en de imponerende bergen rondom, waarvan de hoogste pieken 5760 meter hoog zijn en met sneeuw bedekt.

PhotobucketHet klooster van Lamayuru is gesticht in de 11-de eeuw en is het oudste klooster van Ladakh. Het is gebouwd op een reeks aardpijlers, gevormd door een versteende zandzee, miljoenen jaren geleden.
Het is moeilijk voor te stellen dat dit gebied met pieken boven de 7000 meter hoogte vroeger een zee was, maar de bewijzen zijn er. Zo worden er fossielen aangetroffen en zijn er schelpen te vinden.

Het kloostercomplex bestond oorspronkelijk uit vijf gebouwen.
Daarvan is alleen het centrale gebouw bewaard gebleven. Van de omringende bouwwerken zijn alleen nog ruïnes te zien. Zo'n 400 monniken namen hun intrek in het klooster. We schatten het aantal nu niet hoger dan een stuk of tien, hoewel we gelezen hebben dat het er nog ca. 150 zijn.
 
PhotobucketOp de benedenverdieping bevindt zich een grote verzameling heilige geschriften.
Op de bovenverdieping zijn nog oude muurschilderingen bewaard gebleven, die fragmenten uit het leven van Boeddha voorstellen.

Niet alle monniken hebben gelijke kappen merken we. Er zijn een paar die geld willen als ze op de foto komen. Mogelijk zijn dit nog verre familieleden van misdadigers. Lamayuru had vroeger namelijk de status van vrijplaats: misdadigers die aan hun achtervolgers waren ontkomen en zich binnen een straal van een mijl van het klooster bevonden, mochten niet worden gearresteerd.



De pelgrimsroute lopen
met de gebedsmolen in de hand


In een kleine donkere kapel zitten twee monniken aan een lange lage tafel te het bidden. Een "burgerman""zit er bij, mogelijk bidden ze voor hem. De oudste monnik is oude Tibetaanse teksten van langwerpige bladen aan het opzeggen. Het gaat zo snel dat hij soms klanken inslikt of moet hoesten. Een lange strofe eindigt soms met een 'Aha! Aha! Hoooo'. Hij begeleidt zichzelf op een grote trom, ritmische slagen en accentueert het eind van een frase met het klingelen van een kleine bel. De jongere monnik ondersteunt zachtjes de ritmische klanken van de oudere, maar kan hem nauwelijks bijhouden. Ze hebben geen bezwaar dat ik alles film.

In de namiddag zoeken we een plekje bij dorpsbron. We zijn vrijwel de enige toeristen in het dorp en worden vriendelijk begroet met "Tsuley" (betekent "Goeie" o.i.d.). De bewoners komen hier water halen, hun haren wassen in het ijskoude water, de kleding wassen en er is zelfs iemand een tapijt aan het wassen.
Photobucket
Kijkje bij de dorpsbron, tevens de hoofdstraat van Lamayuru

Mannen zie je er niet. Onze inschatting is dat mannen veel minder doen dan de vrouwen. De vrouwen zijn altijd aan het werk, ze bewerken het land, verzorgen de groentetuin, zijn kleding aan het wassen en aan het eten koken. Onze guesthouse baas is met een groepje mannen van 15 tot 19 uur druk met kaarten. Dan wil hij liever niet gestoord worden, want hij heeft het vanmorgen al druk genoeg gehad met het ontbijt klaar te maken voor ons. Nu waren we enige gasten voor een ontbijt, maar hij had toch hulp van twee andere mannen.
Onze guesthouse vrouw is Tsampa aan het maken, het belangrijkste voedsel van de Tibetanen. Het belangrijkste ingredient hiervoor is gerst. Toevallig zien we even later dat ze illegale drank verkoopt aan een dorpsgenoot, echte graanjenever, natuurlijk met als belangrijkste ingrediënt gerst. We betwijfelen nu of ze wel Tsampa aan het maken was. 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten