Dag 25 - 20 juni - Delhi - Wat een stad

Gisteravond om 18.45 uur met de nachtbus vertrokken uit Mc Leod Ganj. Door de grote drukte duurde het bijna drie kwartier voor we de berg af waren en beneden in Dharamsala kwamen. Alle verkeer zat muurvast. Dat was ook al het geval in Mc Leod Ganj, waardoor we de twee kilometer naar de bus lopend moesten doen, hierbij ons met de rugzakken op tussen het stilstaande autoverkeer door wringend.
Voor de zoveelste keer verwonderen we ons over die idiote Indiërs die in plaats van ruimte te maken elk gaatje inpikken dat er nog is en zo de zaak muurvast te zetten. Het meest ergerlijke is nog dat ze daarbij onophoudelijk op de claxon drukken, ook al staat er een lange rij voor hen, hoe moeilijk kun je het elkaar maken. En waag het niet in deze kluwen als voetganger een automobilist in zijn doorgang te hinderen, het minste dat hij doet is je met zijn claxon van de weg te blazen, maar je gewoon van de weg rijden zal eerder het geval zijn. Als je dan ook nog bedenkt dat elk stukje afval uit het raam wordt gekieperd, dan valt er nog wel wat te verbeteren in een land van 1,2 miljard inwoners.

Als we Dharamsala uit zijn hangt de monnik in de stoel voor ons al uit het raampje om de voedelsvoorraad op straat te deponeren, dit zal hij de hele reis herhalen, arme man. Helemaal verwonderlijk is het niet, want we rijden de eerste uren door een bergachtig gebied, steeds slingerend bergje op en bergje af. De remmen van de bus piepen onophoudelijk en ondanks een inspectie bij een garage blijft dit zo doorgaan. Na drie uur rijden maken we even een stop om iets te drinken en eventueel te eten.
Bij het raam heb je nog wat frisse lucht, aan het binnenpad is het akelig warm, airco is er niet en ook geen licht. De stoelen kunnen wel in de slaapstand en ik val gelukkig dan ook in slaap. Als ik om 2 uur wakker wordt zijn we eindelijk de bergen uit. We rijden op de Grand Trunk Road, de tolweg naar Delhi, één van de oudste wegen ter wereld en bekend van o.a. de roman Kim van Ruyard Kipling. De weg is grotendeels snelweg, maar er wordt veel aan de weg gebouwd, waardoor we er vaak af moeten, gelukkig steeds korte gedeelten. Terug op de snelweg gaat het gas er weer op en met de gordijntjes wapperend uit de ramen racen we dan weer verder door de donkere nacht. Op de achterkant van veel vrachtwagens staat met grote letters de instructie voor inhalen, "BLOW HORN" en die klink dan ook onophoudelijk van alle kanten door de donkere nacht. Onderweg borden met opschriften als "The road is not the place to show your strength", "Speed is a knive that cuts your life", "Live for today, drive for tomorrow", "Don't mix drinking and driving", "This is a highway, not a runway", "Speed thrills but often kills"..... Het heeft toch wel iets zo'n busrace, maar niet te vaak wat ons betreft, want de ossenwagens en de loslopende koeien maken het er niet veiliger op.

Om zes uur smorgens worden we afgezet op een kaal stuk land in het noorden van Delhi, geen idee waar we zijn en hoe ver van de stad. Een jongen met een taxi biedt aan ons naar een hotel te brengen, dat volgens hem goed en niet duur is. We spreken een ritprijs af en rijden door het op dit tijdstip nog rustige Delhi, waar de temperatuur ook nog allezins redelijk is. Het hotel is ons veel te duur en omdat we ons goed fit voelen gaan we nog een paar hotels langs. We willen iets goeds en aangezien we vijf dagen boeken moet er wel wat korting te bedingen zijn. Uiteindelijk vinden we een mooie kamer voor een heel redelijke prijs in hotel Pakwa in het zuiden van Old Delhi.

Omdat het nog vroeg is en nog niet te warm, gaan we meteen de stad in. Een motorriksja zet ons af in het centrum van Old Delhi bij het Rode Fort dat echter op maandag gesloten is. We steken de weg over en belanden meteen in de hoofdstraat van Old Delhi, de Chadni Chowk. Het is hier één grote chaos met overal druk toeterende auto's, motorriksja's, bellende fietsers en daar tussendoor paardekarren en ossenkarren. Op de trottoirs een krioelende mensenmassa die elkaar verdringen bij de kleine winkeltjes, bedelaars, zakenmensen, heel veel kinderen en heilige koeien die zich nergens iets van aantrekken. 

Photobucket

We bezoeken een Hindoetempel, ook niet direct een relaxte omgeving, het is er een afspiegeling van de drukte op straat. Ook hier mensen die elkaar verdringen om bloemen te kopen en kannetjes met water. Ze verdrukken elkaar om bij een altaar te komen waar een priester op een verhoging zit die bloemen van gelovigen aangereikt krijgt en rondstrooit. Aan de onderkant van het altaar verdringen mensen elkaar om een kannetje water over een steen te gieten. Geen idee wat ze allemaal bezielt, ons doet het in ieder geval niets.
Photobucket
                                      Tempel van de Sikh, de Gurdwara Sis Ganj
PhotobucketEen eindje verderop in dezelfde straat bezoeken we de Gurdwara Sis Ganj, een tempel van de Sikh. Hier gaat het er heel wat rustiger aan toe. We geven onze schoenen in bewaring en om er in te mogen krijg ik zowaar een hoofddoek omgeknoopt.

Daarna mogen we de tempel binnen. We krijgen toestemming een paar foto's te nemen, niet te veel en niet vlak voor de mensen en ook niet te dicht bij het heilige boek van de Sikh, de Granth Sahib, dat op een platform ligt met allemaal goud omgeven.
Alles over het Sikhisme wordt op een vriendelijke manier uitgelegd. Deze geloofsovertuiging is ontstaan uit onvrede over het geweld tussen hindoes en moslims en een poging de twee religies op vreedzame wijze samen te laten leven door het beste uit beiden te halen. Het Sikhisme is een som van de leringen van 10 goeroes, die normen en waarden voor het leven van een Sikh hebben ontwikkeld, een soort 10 geboden. De Sikh geloven in een Opperwezen, dat aanwezig is in alle dingen en plaatsen.

Photobucket

Photobucket
Tenslotte mogen we nog een kijkje nemen in de keuken, waar koks in grote pannen gratis vegetarische maaltijden voor de gelovigen staan te bereiden.
Een groep vrouwen is shapatie's aan het maken, gezellig keuvelend met elkaar.


Terug op straat proberen we een rustig plekje te vinden om alle indrukken op ons in te laten werken, maar dat is vrijwel onmogelijkheid, overal zijn mensen om je heen. Uiteindelijk vinden we in het Mahatma Gandie Park een redelijk rustig plekje bij een kleine hindoetempel. Uit nieuwsgierigheid komen er wel mensen op ons af, maar niet op een opdringerige manier.


In een hoekje van het complex liggen een aantal Sadhoes. Een Sadhoe kiest principieel voor een ascetische levenswijze. Zo hebben ze geen eigen bezit, geen huis, geen familie. Een belangrijke ascese is het celibaat. Veel sadhoes laten hun haar in lange strengen groeien, die geleidelijk aan vervilten. Lang haar - net als dat van Shiva - geeft de bezitter magische kracht. Sadhoes krijgen giften van gelovigen - eigenlijk dus offerandes aan de godheid - en geven hun zegen.  Zo is de Indische samenleving van oudsher er op ingericht om de heilige mannen te onderhouden, want werken mogen ze niet.

PhotobucketPhotobucket

De sadoes wenken en ik probeer een praatje met ze te maken. Ondertussen maak ik een paar plaatjes van de mannen. Een aantal van deze bijzondere heren willen geld voor een foto, er zijn dus grenzen aan hun spirituele bevrijding. Maar ik heb ook mijn grenzen, dat heeft niets met spiritualiteit te maken, maar ik versta ze opeens heel slecht.
In de middag is de hitte opgelopen tot bijna 40 graden, de gevoelstemperatuur is echter wel 50 graden. We hebben we er genoeg van en gaan terug naar het hotel, lekker douchen en alle zweet en straatvuil afspoelen. Delhi, wat een stad!

Geen opmerkingen:

Een reactie posten