Dag 14 - 9 juni - van Lamayuru naar Leh

Vandaag met de bus van Lamayuru naar Leh, een rit van 125 kilometer en het laatste stuk van de 440 kilometer lange weg van Srinagar naar Leh. De bus start om 5 uur in Kargil en kan tussen 9 en 11 uur in Lamayru zijn, al naar gelangde conditie van de weg en de rijstijl van de chauffeur. Waar kun je in Nederland nog een dergelijk flexibele dienstregeling vinden ?
Keurig om 9 uur zitten we bij een klein eethuisje te wachten. We kijken voortdurend naar de bergwand waarvan we het verkeer kunnen zien afdalen via een aantal haarspeldbochten. Om 10 uur is de bus er.
An heeft nog een zitplaats naast een meneer die niet zo fris ruikt. Voor mij is er nog net een plekje op een bankje schuin achter de chauffeur, hoewel, het is meer een plank dan een bank, zonder leuning en met het gezicht gericht naar achteren. Naast mij zit een novice, een vrouwelijke monnik, als man mag je haar absoluut niet aanraken, maar dat valt niet mee, want met al die bochten, gaten en kuilen in de weg is het moeilijk niet heen en weer te glijden.

Photobucket
Eens een omhooggekomen oceaanbodem, nu een versteende witgele zandzee

Ook dit laatste gedeelte van de route Srinagar - Leh is weer heel anders dan de vorige etappes, maar gaat ook nu weer door een steeds wisselend landschap, desolaat en met een zeer schaarse vegetatie. Dat begint al kort na Lamayuru, als we door een smalle weergaloos mooie kloof rijden, waarna de weg via een serie spectaculaire haarspeldbochten verder stijgt. Van hieruit hebben we een prachtig zicht op een versteende witgele zandzee en de rijen aardpijlers die we gisteren ook al van boven uit het klooster zagen. Het is alsof een rivier kort geleden is opgedroogd en je op de versteende bodem kijkt. Alleen dit surrealistische landschap is de reis waard.

Photobucket

Photobucket

Overal onderweg zijn ze met de weg bezig, maar de logica lijkt wel eens te ontbreken. Telkens wordt een nieuw aangelegd stuk onderbroken door verschrikkelijk slechte gedeelten. Waarom niet aaneengesloten gedeelten aanleggen (hoewel ik mij dat in Nederland ook wel eens heb afgevraagd).
Overal langs de weg grote groepen wegarbeiders, kleine, donkere mannen en vrouwen, zwartverbrande gezichten door de felle zon, vaak doeken voor het gezicht tegen het stof en de dieseldampen. Ook heel jonge jongens die zwaar handwerk moeten verrichten. Mannen die op de hurken voortbewegen en de weg schoon vegen met een handbezem van twijgen. Het spreekt voor zich dat dit niet erg op schiet allemaal en voor veel oponthoud zorgt voor het verkeer.
Een jongen is de een krakkemikkige Bailybrug over de Indus aan het verven. In de ene hand een verfkwast en met de andere hand houdt hij zich aan de brug vast. Zo hangt hij boven het snelstromende water. Telkens als er een auto over de brug gaat slingert de brug heen en weer. In de Indische ARBO regelgeving zal wel bij de veiligheidsvoorschriften wel zoiets staan als: "goed vasthouden".

Photobucket
Langs de Indus rivier

Sommige stukken weg zijn weggegleden in het ravijn, waardoor de bus soms met de wielen slechts 50 centimeter van de afgrond verwijdert is. De buspassagiers zitten gespannen mee te kijken hoe de chauffeur er langs stuurt. Een klein inschattingsfoutje en we liggen een paar honderd meter dieper. Er zijn haarspeldbochten waar de langere voertuigen in twee keer terug moeten steken om de bocht te halen. Ook dan is de afstand van de voorwielen slechts 50 centimeter van de kant van de afgrond.

Photobucket


Het laatste stuk van de weg naar Leh gaat door een zandwoestijn. Boven de bergen
komen donkere wolken opzetten, maar we houden het droog.

Photobucket

Dichter bij Leh rijden we langs kilometerslange militaire gebouwen en zien niets anders dan hoge hekken waarachter legerbarakken met honderden legervoertuigen van het Indiase leger. Soldaten die zich vervelen en al lang uitgekeken zijn op dit ruwe landschap, slenteren er rond.
Uiteindelijk zijn we om 2 uur in Leh, 125 km in 5 uur, een fraai gemiddelde van maar liefst 25 km/uur.

Hiermee hebben we ons hoofddoel van de reis voltooid, de weg van Srinagar naar Leh, van Kashmir naar Ladakh, langs de dakgoot van de Himalaya. Ongetwijfeld één van de meest spectaculaire wegen ter wereld. Zelden zijn we over een indrukwekkender weg gekomen, alleen de Karakoram Highway in Pakistan, die langs dezelfde Indus rivier loopt, kan hier aan tippen. De goede herinneringen aan de reis in 2000 over de Karakoram Highway was de reden om nu deze route door het noorden van India te kiezen. We zullen er nog vaak aan terugdenken, zeker ook omdat het geen gemakkelijke route was. Het heeft ons heel wat inspanning gekost, maar de ervaring hadden we niet graag willen missen.

Vanaf het busstation van Leh nemen we een taxibusje naar een vooraf uitgezocht hotel. Helaas is het gesloten wegens een grote verbouwing en moeten we verder zoeken. Na zo'n vermoeiende reis willen we graag een beetje luxe kamer, maar die zijn of niet te vinden of veel te duur. Uiteindelijk nemen we genoegen met een eenvoudige, maar ruime kamer in het K-Sar hotel, dat dicht bij het centrum ligt.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten