Dag 22 - 17 juni - McLeod Ganj - even naar Dharamsala

Vanmorgen even met een taxi-jeep de berg af om een kijkje in (Lower) Dharamsala te nemen. Dat valt heel erg tegen, er is weinig boeiends te zien. Bij een bakker vinden we een zitje om een gebakje te eten, jammer genoeg hebben ze geen koffie of iets anders te drinken. Bij een kruispunt in het centrum vinden we een plekje om het dagelijkse leven hier te observeren. We zien hoe de plaatselijke politieagent het  verkeer staat te regelen. Door wilde handgebaren en voortdurend op een fluitje te blazen maakt hij er een flink zootje van. Het verkeer zou heel wat soepeler verlopen als hij er niet zou staan.
Opeens zien we een bus aankomen die naar McLeod Ganj gaat en besluiten er in te springen. En zo zijn we voor twee gebakjes even naar Dharamsala zijn geweest. Om de kosten hoefden we het niet te laten, totaal waren omgerekend 15 eurocent p.p. per rit kwijt.

We hebben geluk, want net terug op ons eigen balkon en genietend van onze eigen koffie gaat het hard regenen. Vrijwel elke dag is er wel een fikse bui. De hotelbaas vertelt dat het nu het begin van de moesontijd is, over een paar week regent het hier zelfs 6-7 uur per dag.
Photobucket
De Khora route
Photobucket

Photobucket
Monnik uit Bihar

Photobucket
Mani steen   

In de namiddag lopen we de Khora. Zo noemen Tibetanen de rondgang rond een klooster of een andere belangrijke boeddhistische plek. Gelovigen lopen deze al biddend één of meerdere keren. Het is een schitterend bergpaadje dat rond de residentie van de Dalai Lama, de Namgyal Tempel en het klooster loopt, wat je rechtsom moet bewandelen, in de richting van de wijzers van een klok. Overal hangen kleurige gebedsvlaggetjes en langs de rotswand zijn overal platte leistenen neergelegd met geschilderde mantra's erop (mani stenen). Door het neerleggen van deze gebedsstenen hopen de gelovigen dat de gebeden de kosmos zullen bereiken. Aan de achterzijde is ook nog een mooi klein tempeltje met een aantal gebedsmolens. 
                                                    
Aan de rand van het pad zien we een soort tentdoeken tussen de bomen hangen. Als we er een kijkje nemen zien we een man die ons hartelijk welkom heet. Hij woont in een hol in de rots, waar een bed staat en een kooktoestelletje. Hij vertelt in gebrekkig Engels dat hij gevlucht is uit Digne, een stadje in de Kham provincie in China waar veel Tibetanen wonen.
Photobucket
In 2009 hebben wij geprobeerd daar te komen, maar de wegen waren zo slecht dat we voortijdig omgekeerd zijn.
Hij vertelt dat zijn vader is overleden, niet duidelijk wordt of dit door toedoen van de Chinezen is gebeurt of dat deze een natuurlijke dood is gestorven. Zijn moeder woont nog in Digne, maar moet nodig naar het ziekenhuis. Gelukkig is zijn broer daar nog. Hij vertelt dat ze zich geen zorgen om hem hoeven te maken en dat hij hier gelukkig is. Hij wil dat we blijven en thee met hem gaan drinken, maar wij willen verder de Khora afleggen. Na hem een klein beetje geld gegeven te hebben voor eten en nemen afscheid van deze hartelijke man uit de door China onderdrukte Kham provincie.
Photobucket
Het weer is ondertussen opgeklaard met een lekker zonnetje en mooie uitzichten over de bergen en de vallei en Dharamsala beneden in het dal. Het is heel rustgevend, waardoor we er een paar uur over gedaan hebben en
regelmatig ergens zijn gaan zitten om te kijken en te genieten. En eerlijk gezegd ook om uit te rusten van de steile stukken.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten