Dag 1 - 27 mei – Schiphol – München – Delhi

Na een aantal maanden wachten, inlezen en plannen maken is het dan eindelijk zover, onze reis naar India. Om 17.20 uur vertrekken we met Lufthansa van Schiphol om 1,5 uur later voor een tussenstop te landen op het vliegveld van Munchen, na Frankfurt het belangrijkste vliegveld van Duitsland met bijna 30 miljoen passagiers per jaar. Het werd in 2005 en 2006 uitgeroepen tot ‘het beste vliegveld van Europa’.
Wat ons betreft terecht, de koffie is er gratis, zoveel je wilt en ook zijn er gratis kranten.
De 1,5 uur wachten voor de vlucht naar Delhi om 20.30 uur gaat dan ook heel snel voorbij.
Na een vlucht van slechts 7 uur landen we smorgens om 7 uur plaatselijke tijd op het Indira Ghandi vliegveld van Delhi. Het is hier 3,5 uur later dan in Nederland.

Dag 2 - 28 mei – van Delhi naar Srinagar


Na een vlucht van bijna 7 uur landen we smorgen om 7 uur op het Indira Gandhi vliegveld van Delhi. Het is hier 3,5 uur later dan in Nederland. Voor ons gevoel is het dus 3.30 uur in de nacht en omdat we weinig geslapen hebben tijdens de vlucht voelen we wel een slaaptekort.

Wat we ook voelen is de warmte, hoewel het nog heel vroeg is. In de loop van de dag loopt de temperatuur in Delhi op tot ruim boven de 40 graden. Gelukkig is het binnen in de hal redelijk koel dankzij de airco, maar ik zou niet graag de energierekening betalen. We verlangen nu al naar het koelere klimaat van de Himalaya, maar moeten wachten tot 12.45 uur voordat onze vlucht naar Srinagar gaat.
PhotobucketEen klein voordeel van het lange wachten is dat we het slaaptekort een beetje in kunnen halen op een paar lekkere ligstoelen in een rustig hoekje van de terminal. Deze in 2010 geopende terminal is met maar liefst 168 Check-In balies één van werelds grootste terminals en de trots van modern India.
De strenge incheck controle geeft al een indicatie wat ons mogelijk te wachten staat in dit zo fel omstreden gebied. We zijn dan ook wel ietwat gespannen wat we aan zullen treffen. Het boek wat ik net nog gelezen heb over de moordpartijen in Kashmir draagt ook bij aan het onrustige gevoel.

Tijdens de vlucht van 1,5 uur krijgen we een prachtig zicht op de met sneeuw bedekte toppen van het Himalayagebergte.


Om 14.15 uur landen we op het vliegveld van Srinagar. Ik heb gelezen dat dit de best bewaakte luchthaven ter wereld is, dat moet dus maar even getest worden.
Als ik na het uitstappen op de landingsbaan een foto van het vliegtuig wil maken komen er onmiddellijk van vijf (!) kanten mannen op me af om dat te verbieden. Ze kunnen dus trots zijn op deze titel, maar ik heb wel mijn foto.

Na het invullen van de nodige formulieren volgt nog een positieve verrassing. Vaak is de taxichauffeur de eerste dief waar je kennis mee maakt bij aankomst op een vliegveld. Hij wil je altijd teveel laten betalen voor de rit en naar een ander hotel brengen dan je uitgekozen hebt om provisie op te strijken. Hier heeft men dit ondervangen door invoering van een “prepaid” taxi systeem. Bij een loket vertel je waar je heen wilt en betaalt er de ritprijs. Daarna krijg je een bonnetje waarop staat waar je heen wilt. Met dat bonnetje op zak stap je in een taxi die je naar de plaats van bestemming brengt. Pas op het moment dat je op de goede plaats bent aangekomen geef je het bonnetje aan de taxichauffeur. De chauffeur krijgt de ritprijs betaald nadat hij het bonnetje heeft ingeleverd bij de prepaid taxi instantie.


De taxirit van de luchthaven naar het Swiss hotel duurt een half uurtje (ongeveer 15 km). We krijgen meteen te zien dat vanwege de kans op onlusten Srinagar een garnizoensstad is geworden, een plaats met op bijna elke hoek van de straat een kazemat en overal prikkeldraad en zandzakken. Om de 50 meter staat een groepje soldaten met geweren en bij de belangrijkste kruisingen staan legervoertuigen met een mitrailleur gericht op het kruispunt. In heel Kashmir zijn drie- tot vierhonderdduizend soldaten gestationeerd. De nadrukkelijke aanwezigheid van dit leger is aan de ene kant beangstigend, maar toch ook weer geruststellend.

We worden netjes afgeleverd bij het Swiss hotel. We hebben voor dit hotel gekozen naar aanleiding van een recensie die we op internet vonden:

“Die Swiss Hotel is die beste plek om te bly in Kashmir. Die mense is vriendelik, die kamers skoon, en die berge is pragtig, goie roomys, en goed goed goed koffie. Die kamers heir is goedkoope. Daar is warm water, a TV en die bed is sag. Die mense hier by die Swiss is ook baie vriendelik – vra vir hul om jou na die tomb van Jesus te stuur, dit is die beste gevoel, so sag en wonderlik. As jou wou India gaan, kom na die Swiss. Eish, dit is sharp my bru”.

We zoeken verder en vinden uiteindelijk een kamer in het Manora Palace Hotel, http://www.hotelmanorapalace.com/. Een ouderwetse kamer voor 6 personen, maar een beetje ruimte is wel prettig en de tuin heerlijk om te zitten. Het heeft wat moeite gekost bij het onderhandelen, maar we krijgen 50 procent van de vraagprijs af en betalen omgerekend 15 euro per nacht.

Ons idee om naar Kashmir af te reizen was omgeven door twijfel alom, was Kashmir wel veilig genoeg om te bezoeken ? Het is een gebied waar de situatie snel kan omslaan. Toen we in januari een vliegticket van Delhi naar Srinagar kochten hebben we vanaf dat moment de politieke situatie zo goed mogelijk via internet proberen te volgen om op het laatste moment te beslissen of rechtstreeks naar Ladakh zouden reizen, waar de situatie wel rustig is.
2,5 week voor vertrek dachten we zelfs even dat we geen visum zouden krijgen voor Kashmir. We ontvingen nl. een oproep van de Indiase ambassade om langs te komen in Den Haag voor een gesprek n.a.v. onze visumaanvraag. We moesten elk afzonderlijk bij een meneer in een kamertje komen voor een kort gesprek (verhoor). De belangrijkste vraag was waarom we voor Kashmir hadden gekozen. Blijkbaar verliep het gesprek naar tevredenheid, want 3 dagen later hadden we ons visum.

En zo lopen we deze middag voor het eerst door Srinagar, ietwat gespannen, maar ook nieuwsgierig wat er te zien zal zijn. Een nerveuze stad, waar het geweld schijnbaar vlak onder het oppervlak ligt met ook in de binnenstad veel militairen met het geweer over de schouder.Photobucket

Photobucket Geen idee of het een Kalasjnikov of een Ak-47 is, aangezien ik slechts 2 weken onder de wapenen ben geweest en daarna met S5 de dienst mocht verlaten. In die korte periode heb ik weinig wapenkennis opgedaan en nooit een geweer in handen gehad, alleen een helm op en zware kistjes aan de voeten. Dat voelde niet prettig, het was toen een van de eerste warme dagen van het jaar, waardoor ik mij een beetje voor kan stellen dat de soldaten hier het behoorlijk warm hebben, waarbij ze ook nog een kogelvrij vest dragen. Daarbij komt de spanning die ze voelen in deze hun vijandig gezinde omgeving. Ik heb eerlijk gezegd niet de durf deze Rambo's op de foto te zetten, want ik weet dat ze dat niet op prijs zullen stellen en wil ook niet de held uithangen. De twee foto's van militairen in de straten van Srinagar heb ik dan ook van het internet geplukt.

Photobucket

Photobucket
Toch hebben we als vreemdeling in deze stad niet de indruk als vijand te worden gezien. In tegendeel, de lokale bevolking is enorm gastvrij en vriendelijk. Het lijkt erop dat iedereen ons duidelijk wil maken dat we welkom zijn. Overal worden we aangesproken en iedereen wil wel op de foto. Het verschil met de Indiërs is groot. Ze zijn veel langer, hebben een veel lichtere huidskleur, hebben lange neuzen, soms blauwe ogen en met hun vreemde taal wekken ze de indruk veel rustiger te zijn dan de Indiërs. Photobucket

Photobucket

We brengen dan ook vele uren in de oude stad door. Het is al donker als we over de lange met Indische vakantievierders gevulde boulevard langs het meer terug richting hotel lopen. De kleurrijke verlichting van woonboten spiegelen in het water van het Dal meer. Aan de overzijde van de boulevard houden militairen de wacht in geimproviseerde bunkers, bestaande uit wanden van zandzakken en een dak van ijzeren golfplaten en blauw verweerd zeildoek. Uit kleine vierkante gaten steken lopen van geweren, waarachter je soms donkere gezichten ziet. De meeste hotels aan de boulevard dienen als kazerne voor de soldaten en worden zwaar bewaakt.

Dag 3 - 29 mei - Srinagar - de oude stad

Photobucket
Met een Triksja, een driewieltaxi gaan we kriskras door het drukke verkeer naar de oude stad om de Jama Masjid moskee te bekijken.

Je moet een kleine toegangsprijs betalen, ook voor de foto- en filmcamera, maar het is zeker de moeite waard.
Ik zie een mooi dik boek liggen in een stoffige kast en vraag een vrouw die haar gebed heeft gedaan of dit de koran is. Voor de duidelijkheid welk boek ik bedoel leg ik er de vinger op. Dat had ik beter niet kunnen doen, zo maakt ze mij duidelijk, zonder dat ik een woord versta van wat ze allemaal zegt. Dat is heilschennis van de ergste soort. Mijn "sorry, sorry maakt ook weinig indruk, maar ik heb mijn lesje geleerd, afblijven met de fikken.
Photobucket

Photobucket
              In gebed in de richting van Mekka




Deze duiven luisteren aandachtig
naar wat de plaatselijke mollah te vertellen heeft.



De Kashmiri zijn voornamelijk moslims, maar minder fundamentalistisch dan de Kashmiri in Pakistan en een gebed wordt ook wel eens overgeslagen. Velen zijn aanhangers van het soefisme met een traditie van verdraagzaamheid. Zie voor Soefisme http://www.spiridoc.nl/soefibeweging.htm

Toen we in 2000 door het Pakistaanse deel van Kashmir reisden zagen we daar vrijwel geen vrouwen op straat, zelfs niet gesluierd. Hier is de situatie heel anders, ook de vrouwen lachen vriendelijk en willen wel een praatje maken. Slechts een enkeling is volledig gesluierd. Bij de moskee ontmoeten we er één die goed Engels spreekt, graag een praatje maakt en ook welt op de foto wil.

Photobucket
Overigens heeft het grootste deel van de Hindoes het gebied in de loop de jaren verlaten, je kunt beter zeggen is verjaagd. De moslims zitten daar niet mee, de meesten moeten weinig van de Indiërs, lees Hindoes, hebben, zo horen we van verschillende kanten. De hindoenationalisten wilden Kashmir tot een hindoestaat omvormen, iets dat met extreem veel geweld gepaard ging tegen moslims.






                                                                         Take a picture

Photobucket
In de oude stad met deze oude auto en met grote gaten in de weg.

De oude stad is de uitgelezen plaats om het cachet van Centraal-Azië op te snuiven. Hoewel we nog vrijwel niets gezien hebben van India hebben we het idee dat we in Samarkand, Khiva, Buchara of in Kashgar zouden kunnen zijn. Kleine winkeltjes met kruiden, stoffen, koperwaren en zo hier en daar een kleine moskee. De straatjes stralen een heel eigen karakter uit: huizen van baksteen en hout met twee of drie verdiepingen, ramen met gotische spitsbogen, gebeeldhouwde balustrades en ronde, vierkante of achthoekige balkons aan de voorgevel. De meeste woningen zijn jammer genoeg erg vervallen, op sterven na dood zou je kunnen zeggen. Vast geen pretje om hier te wonen, wel om als toerist door te slenteren.

Over sterven en dood gesproken. We zien een begrafenisstoet door de straatjes lopen met voorop de kist op de schouders van een paar sterke mannen, vrouwen zijn er niet bij. We volgen de stoet op gepaste afstand en komen aan de rand van de oude stad bij groot kerkhof, waar de koeien over de zerken lopen en vlaaien deponeren.
Photobucket

De meeste graven zijn nauwelijks te zien door het hoge onkruid. Een man vraagt of we de begraafplaats van de martelaren, gevallenen in de strijd om Kashmir, al gezien hebben. Dat hebben we niet en zo gaan we in zijn auto naar een klein, keurig omheind kerkhof. Op een boog boven de ingang staat de naam: Martelaarskerkhof van Kashmir. Door groen omsloten grafstenen met stevige, metalen vaandels vormen de laatste rustplaats voor degenen die in de strijd zijn gevallen.
Photobucket
De meeste grafstenen hebben een opschrift in het Urdu. Er liggen hier ongeveer vierhonderd graven en in heel Kashmir zijn er vergelijkbare begraafplaatsen. Geschat wordt dat het conflict in de loop der jaren aan zo’n honderdduizend mensen het leven heeft gekost.
We lopen over het gras om de opschriften beter te bekijken, maar worden er op gewezen dat dit een ernstige overtreding is, Weer wat geleerd. Gelukkig begaat onze begeleider, die beter zou moeten weten, later dezelfde fout.

Ontstaan van het conflict Kashmir

Wie iets meer wil weten over het ontstaan van het conflict in Kashmir
- Zie ook http://youtu.be/8rmUiLwy7kI

In 1947 splitst Groot-Brittannië zijn voormalige kolonie op in twee staten, het hoofdzakelijk hindoeïstische India en de moslimstaat Pakistan.
De maharadja van het prinsdom Kashmir kan kiezen of hij zich bij Pakistan of India aan wil sluiten. De bevolking van Kashmir is hoofdzakelijk islamitisch, maar zelf is hij hindoe. De maharadja aarzelt, waarop Pathanstrijders uit Pakistan, gealarmeerd door berichten over geweld tegen moslims, Kashmir binnen vallen om het voor Pakistan te veroveren. Daarop vraagt de maharadja de Indiërs om hulp en de eerste Pakistaans-Indiase oorlog is een feit. Sindsdien wordt een deel van Kashmir door India en een deel door Pakistan bestuurd.
India doet de belofte aan het volk van Kashmir dat ze zich in een volksraadpleging kunnen uitspreken voor aansluiting bij een van beide landen. Dat is nooit gebeurd. De Verenigde Naties hebben India in verschillende resoluties gevraagd deze oude belofte gestand te doen, maar India weigert dat consequent.
In 1965 en 1971 wordt door beide landen opnieuw om Kashmir gevochten met als resultaat een bestandslijn (Line of Actual Control), maar die geen van beide landen als definitief zien.
De Kashmir-vallei en de hoofdstad Srlnagar staan nog steeds onder Indiaas bestuur, maar Pakistan controleert meer dan een derde van het oorspronkelijke Kashmir: het voormalige Baltistan (Skardu en Gilgit) en het westelijke deel dat wordt aangeduid als Azad (Vrij) Kashmir. Ook delen van Ladakh en Nubra zijn in de oorlogen door Pakistan veroverd.
In 1989 namen de Kashmiri zelf de wapens op. Wat begon met een volkswoede over gemanipuleerde verkiezingen, ontwikkelde zich in korte tijd tot een complete oorlog. Pakistan was van meet af aan 'solidair' met de Kashmiri, die het recht op zelfbeschikking opeisten.
In 2004 werd er voor het eerst in het conflict een staakt-het-vuren afgesproken. Dit is nog steeds van kracht, hoewel de politieke spanningen tussen beide landen zo nu en dan nog hoog oplopen. 
Sinds februari 2010 zijn India en Pakistan weer in gesprek over Kashmir en proberen de verstandhouding te verbeteren. Maar in juni 2010 laaien de gewelddadigheden weer op als demonstraties uit de hand lopen en Indiase troepen op demonstranten schieten en een jonge demonstrant door het leger van India wordt gedood.
Zie http://youtu.be/As2xZrqfbT4
 en http://video.foxnews.com/v/4272735/deadly-kashmir-conflict

Dag 4 - 30 mei - Srinagar - de drijvende markt

PhotobucketSrinagar grenst aan het Dal Lake met zijn netwerk aan waterwegen. Op een traditionele shikara boot (grote kano) dobberen we vanmorgen al om 5.30 uur over het water op weg naar de drijvende groentemarkt. Elke ochtend is hier een drijvende markt in een uithoek van het meer.
De mensen komen in hun kano om de groenten en bloemen te verkopen die ze gekweekt hebben op de eilandjes en op de smalle stroken grond die her en der boven het wateroppervlak van het meer uitsteken.

PhotobucketAlle handel vindt plaats van boot tot boot. Leveranciers uit de stad varen hun schuit hierheen en onderhandelen over rapen, aardappels, spinazie, pompoenen, sjalotten, grote, dikke radijzen en aubergines. Jammer genoeg is het niet het juiste jaargetijde voor de drijvende bloemenmarkt. Buitenboordmotoren zijn verboden, waardoor alleen de peddel van de shikara man in het water is te horen en is het genieten van de stilte en in het voorbijglijden van de wit besneeuwde toppen van de bergen rondom.

Onderweg bewonderen we de woonboten en het uitzicht vanaf het meer op de bergen. Op het Dal Lake heb je schitterende woonboten die uit het koloniale tijdperk van de Britten stammen.
Photobucket
Kasjmir had tijdens de Britse overheersing een zekere mate van autonomie en de Maharadja van Kasjmir verbood de Britten landbezit in zijn provincie. De Britten losten dit probleem op door woonboten op het Dal Lake te bouwen.
Photobucket
Brood, vers gebakken in de klei oven
Photobucket




Deze baardman behoort tot
de Gujjar minderheid en
is aan het winkelen in Srinagar

Dag 5 - 31 mei - Srinagar - trip naar Gulmarg

Vandaag gaan we een bezoek brengen aan Gulmarg, 50 km van Srinagar. Het is een wintersportplaats op een hoogte van 2730 m, die Ook in de zomer veel toeristen trekt, dit is vooral te danken aan de Gondola, een lange kabelbaan, Made in Grenoble.
Er rijdt een speciale bus vanuit Srinagar naar Gulmarg en we maken kennis met het Indiase verkeer.
Een kennismaking, die veel indruk maakt. We hadden al veel gehoord en gelezen over de chaos en het rijgedrag van de Indiase verkeersdeelnemers, maar er gaat niets boven het zelf ervaren, mits je het er heelhuids afbrengt.
Photobucket
Geen kamelendrijver uit de Sahara,
maar onze onverschrokken chauffeur

Als chauffeur hebben we twee siks, die om beurten rijden. Het zijn hele sympathieke en vriendelijke kerels, maar eenmaal achter het stuur veranderen ze in beesten.
Vroeger stonden de siks bekend als strijders die de dood niet schuwden, maar de jonge generatie heeft nog dezelfde genen, in het verkeer is dat een slechte eigenschap! Maar ook de andere weggebruikers veranderen eenmaal achter het stuur in beesten en zo is er een voortdurende strijd om het territorium en wie de sterkste is. De vraag is dan ook niet of er een klap valt, maar wanneer. Ons blijft het vandaag bespaart, maar heel vaak is dat niet het geval en vallen er slachtoffers.


 
PhotobucketAls we in Gulmar aankomen zien we wat in India onder een toeristisch oord wordt verstaan. Zodra de bus aankomt wordt deze bestormd door mannen die ons een rit op kleine paarden willen laten maken en gidsen die ons willen rondleiden. Voordat we de bus uit zijn hebben ze onderling al bijna slaande ruzie om de klandizie.

Wij zijn de heren niet nodig en schudden ze vlot af. Maar dan komen we voor het volgende gevecht te staan, nl. kaartjes bemachtigen voor de kabelbaan. Naar schatting meer dan tienduizend mensen zijn afgekomen op dit gebied. Het grootste deel wil met de kabelbaan. Maar voor de kaartverkoop is slechts een loket geopend, waar een lange rij voor staat, dat voor veel duw- en trekwerk zorgt en soms fikse ruzies.
Daarna met de bemachtigde tickets achter aansluiten in een onafzienbare rij voor de kabelbaan. Ook hier is geen sprake van een nette rij, wat weer voordringen tot gevolg heeft. Een man probeert ze tegen te houden, maar krijgt nauwelijks bijval van de andere mensen in de rij. Blijkbaar durft niemand zijn kop boven het maaiveld uit te steken. De ware volksaard komt ook bij ons boven en dus heffen wij ons Hollands vingertje naar de voordringers. Even heeft dit effect, maar lang duurt dat niet. De macht van het geheven Nederlandse vingertje in de wereld is gering.

Photobucket
Eindelijk zijn wij dan aan de beurt om in te stappen. De gondel brengt ons naar een hoogte van 3930 meter. We komen in een Alpine landschap dat aan Zwitserland of Oostenrijk doet denken. Je kunt opnieuw een kaartje voor een gondel kopen om tot 4114 m hoogte te stijgen, waarbij je in de sneeuw zit. Veel Indiërs doen dit en hebben dikke jassen en grote laarzen gehuurd. Maar ook hier weer een lange rij voor het loket met een heuse vechtpartij. Door het lange wachten bij de eerste gondel zijn we krap in de tijd gekomen en besluiten niet verder te gaan.

PhotobucketWe vinden een heerlijk plekje in de zon en genieten van het uitzicht op de hoge bergtoppen en de sneeuw die schittert in de zon.
Een meisje komt naar ons toe en vraagt of ze met ons op de foto mag. Natuurlijk kan dat, we zijn niet altijd de beroerdste.
Maar nu volgen er meer die met ons op de foto willen en al snel is het met onze rust gedaan. Dat heb je als je vrijwel de enige Westerling bent.
We moeten armen leggen om wildvreemde schouders en baby's op de arm houden die ons met angstige oogjes aankijken.

Als iedereen geweest is en wij honderd keer de vraag beantwoordt hebben wat onze naam is en waar we vandaan komen vinden we het tijd om weer naar beneden te gaan.
We zijn keurig op de afgesproken tijd terug bij de bus, maar moeten hierna nog een uur wachten op mensen die nog wel naar het hoogste punt gegaan zijn!

Nu kan de busrace terug naar Srinagar beginnen. Door het lange wachten is de chauffeur extra gemotiveerd om er een flinke schep risico bovenop te doen. Op onverantwoorde wijze halen we in, d.w.z. we drukken het overige verkeer aan de kant of rijden met drie voertuigen naast elkaar, waar slechts ruimte is voor twee.

Op veel vrachtauto’s staat achterop geschilderd ”BLOW HORN PLEASE”. Dat doet onze chauffeur ook, na het gaspedaal is de claxon het meest gebruikte onderdeel van de bus. Uiteindelijk keren we toch nog heelhuids terug in Srinagar en vieren dat met een uitstekend etentje bij de Chinees (Indisch eten kunnen we nog lang genoeg).

Dag 6 - 1 juni - Srinagar - Museum Pratap Singh

Deze ochtend al om 4 uur wakker geworden door de oproep tot het gebed door de muezzin vanuit de moskee vlak bij ons hotel. De harde stem doet denken aan onze hotelhouder, een vrome moslim die altijd een harde stem opzette als hij zijn personeel commandeerde. Tegen ons gebruikte hij een veel zachtere stem.
De oproep gaat drie kwartier door en als deze eindelijk stopt gaat het geluid door vanuit twee andere moskeeën iets verderop in de stad. Het zijn van die momenten, zo midden in de nacht, dat het moeilijk is respect op te brengen voor het geloof van een ander. Als de muezzin eindelijk zwijgt, nemen de straathonden het over door de stilte te verbreken met hun geblaf.

Even een korte uitleg aan het thuisfront wat we moeten doen om aan postzegels voor hun aangezichtskaarten te komen, want dat gaat niet zomaar even. Je moet eerst zigzag door een prikkeldraadversperring die voor de ingang van het postkantoor aangebracht is. Als je daar door bent kom je bij een soldaat die verscholen achter een barricade van zandzakken opgesteld staat met de karabijn op de ingang gericht. Hij verwijst je naar een hokje waar de tassen doorzocht worden. Hierna mag je naar binnen. Met de nodige moeite kun je je door een deur wringen, die op een klein kiertje staat. Gelukkig zijn er meerdere loketten geopend, maar er is maar één specialiste die  postzegels verkoopt. Helaas heeft die mevrouw lunchpauze en moeten we nog even wachten, maar dat geeft niet, we hebben toch vakantie. Nu maar hopen dat het thuisfront de aangezichtskaarten leuk zal vinden. We hebben ons best er wel voor gedaan.
Van het postkantoor steken we met een klein bootje de rivier over om bij het museum te komen. De man die ons overzet moet hard peddelen om tegen de stroom in aan de andere kant te komen. Het is een heel armoedig mager mannetje op blote voeten. Ik betaal en realiseer me even later dat ik omgerekend slechts 15 eurocent betaalt heb. Dat staat in geen enkele verhouding tot de krachtsinspanning die de man geleverd heeft. Ik ga terug en geef hem nog een paar Rupees bij. De lach die de man tevoorschijn tovert maakt mijn dag al helemaal goed.

Het Pratap Singh museum heeft prachtige beeldhouwwerken uit de 8ste en 9de eeuw, afkomstig uit hindoeïstische tempels in de omgeving van Srinagar. Mooi is ook de collectie klederdrachten uit Kashmir. Er zijn ook veel opgezette dieren, vooral veel verschillende vogelsoorten, maar die vallen van ellende bijna uit elkaar. Indrukwekkend zijn de botresten en vooral de grote schedel van een mammoet.
Ook interessant zijn de wapens van de vroegere maharadja, die hier de baas was. Een paar grote geweren zijn in 1918 in Berlijn en Passau gemaakt. Zal de maharadja wel voor een koopje op de kop getikt hebben na afloop van de 1e wereldoorlog. AI met al een heel stoffig maar toch interessant museum.
PhotobucketIn In één van de drukke straten in het centrum lopen militairen heen en weer. Zo nu en dan houden ze een vrachtauto aan om de lading te controleren. Ze zijn goed uitgerust met de wapenstok, een doorzichtig schild, beenkappen om, een helm met draadbescherming voor het gezicht en natuurlijk een geweer. Toch doet het ons al niet veel meer, we zijn er al aan gewend geraakt.

Photobucket
We waren van plan vandaag geen foto's meer te nemen in Srinagar, maar we komen weer zoveel fotogenieke taferelen tegen dat dit een onmogelijke opgave is.

Photobucket

Photobucket

Photobucket

PhotobucketWe kijken bij een klein winkeltje van een zilversmid naar binnen en zien twee mannen in gesprek. We willen graag een foto maken en terwijl we staan te bedenken hoe we dat aan kunnen pakken wenkt een van de mannen dat we binnen moeten komen.
En zo zitten we bijna een uur te kletsen, waarbij in het kort de hele levensgeschiedenis van de man de revue passeert.
Hij vertelt dat zijn grootvader uit het tegenwoordig Pakistaanse deel van Kashmir afkomstig was en 120 jaar geworden is. Zelf is hij 65 jaar.
Hij vertelt ook dat er nu problemen in de familie zijn, vooral met zijn zoon en zijn kleindochter. Zijn vrouw heeft het er heel moeilijk mee, zo vertelt hij, maar het grijpt hem ook zichtbaar aan. De andere man is zijn advocaat, waarmee hij overleg voert over de kwestie.
 
En zo hebben we vele ontmoetingen met mensen die allemaal opvallend open en vriendelijk zijn en graag een praatje maken, vaak oppervlakkig, maar soms ook persoonlijker. Velen willen hun verhaal kwijt, ook over de huidige situatie in Kashmir. Op het cricketveld raken we in gesprek met een groep jongeren. Bevlogen vertellen ze voor een onafhankelijk Kasmir te zijn en vragen zich af waarom Europa zich niet sterk maakt voor de Kashmirse zaak. Wij merken op dat we denken dat de Europese Unie en de Verenigde Staten er waarschijnlijk geen belang bij hebben om India met zijn lucratieve markt tegen de haren in te strijken, een opmerking die tot een stevige discussie leidt, ook bij de jongeren onderling. We hebben de indruk dat de meeste ouderen een onafhankelijk Kasmir geen realistische gedachte vinden en hopen op een verandering in de Indiase houding met minder geweld en onderdrukking en meer zelfbestuur. Samengaan met Pakistan willen de meesten niet en ze beseffen ook dat dit voor de Indiase regering onbespreekbaar is, omdat de partij die dat voor zou stellen onmiddellijk de steun van de hindoemeerderheid zou verliezen.

We nemen een triksja terug naar het hotel. De triksjarijder vertelt onderweg dat hij een goede baan bij een medisch instituut had, maar deze een half jaar geleden zijn is kwijtgeraakt toen het instituut verhuisde naar een regio waar het goedkoper personeel kon krijgen. Kort geleden heeft hij een triksja gekocht en het lukt hem daar van te bestaan en zijn vrouw en twee schoolgaande kinderen er van te onderhouden. Hij kent nog niet alle straten, maar wij helpen hem wel de weg naar ons hotel te vinden.

Er is weer een nieuwe groep Indiërs in het hotel aangekomen, uit Calcutta, Dat is te zien aan de dikke jassen en de wollen mutsen. Ze zijn een temperatuur van 45 graden gewend en hebben het koud bij de huidige temperatuur van 25 graden. Het is ook een druk en rumoerig volkje. Gisteren was er ook een groep, die om 12 uur 's-nachts nog even hevig ruzie moesten maken, ons daarmee klaar wakker makend. Ze hebben ook een ”Theeboy” bij zich. Om 5 uur smorgens (!?) ging deze alle kamers langs om thee rond te brengen. Ook bij ons bonsde hij op de deur. Toen vonden wij het ook tijd om maar eens flink lawaai te maken.

Dag 7 - 2 juni - Srinagar - Sonamarg (Zoji La pas) - Kargil


Route NH 1D Srinagar - Sonamarg - Kargil
weergeven op een grotere kaart


De belangrijkste reden voor ons om als eerste bestemming voor Srinagar te kiezen is de weg die van Srinagar naar Leh gaat, omschreven als één van de meest spectaculaire wegen die er te bedenken zijn. Hoewel de pas zelf maar 3528 meter boven zeeniveau ligt, is de weg veel gevaarlijker dan andere, hogere passen. Dat komt omdat de Zoji La aan de natte kant van de waterscheiding ligt. Daardoor valt er ook meer sneeuw, zodat de pas grote delen van het jaar gesloten is. De weg loopt aan de Kasjmir zijde langs steile afgronden.
Door de politieke situatie is het lang onmogelijk geweest de weg te berijden. We hebben vooraf thuis dan ook al vaak op internet gekeken om informatie te krijgen over niet alleen de politieke situatie van het gebied, maar ook over de fysieke conditie van de weg. De vraag was of we deze route wel konden nemen. Gelukkig vonden we een bericht dat dit jaar al op 1 mei begonnen was de weg sneeuwvrij te maken.
De weg werd in eerste instantie aangelegd voor militair verkeer. Nog steeds kruipen eindeloze colonnes militaire vrachtwagens langs deze bijna niet te onderhouden en dus nogal gevaarlijke weg. Bovendien hebben militaire colonnes altijd voorrang op het gewone verkeer, zodat ze soms voor urenlang oponthoud zorgen. We zullen zien.

Vanuit Srinagar vertrekken elke dag bussen naar Leh, een tocht die twee dagen duurt. Het is een rit van ca. 435 km. Meestal wordt er halverwege overnacht in Kargil, de enige grotere plaats onderweg. Wij willen echter een rustiger reistempo aanhouden en kiezen ervoor om een langere tussenstop in Kargil te maken en daarna nog een tussenstop in Lamayuru te maken, 100 km voorbij Kargil.

Om onderweg fotostops te kunnen maken hebben we een Tata 4-wheel drive jeep geregeld, waarbij we lekker veel ruimte hebben. Om half acht haalt de vriendelijke chauffeur ons op bij het hotel.
We nemen afscheid van de hotel-Boss. Hoewel hij goed voor ons gezorgd heeft werd het ook tijd te gaan. Hij bemoeide zich een beetje te veel met ons, en dat irriteerde steeds meer. Als we uit de stad terugkwamen wilde hij elke keer weten wat we gedaan hadden en welke plannen we de volgende dag hadden. Dan volgden lange adviezen wat we wel en niet moesten doen. Zijn verhaal stoppen lukte vrijwel niet, want luisteren kon hij ook niet. En elke keer maar vragen of we bij hem wilden eten, hebben we één keer gedaan, was ook wel goed, maar veel te duur. Kortom, genoeg we gaan.

Photobucket

Als we Srinagar uit zijn rijden passeren we verschillende groepen Gujjar herders, die op weg zijn om de kuddes geiten en paarden naar de bergen te brengen. Veel Gujjar zijn een semi-nomadisch volk, in de winter wonen ze in tentjes in de lager gelegen gebieden. Omstreeks mei-juni trekken ze met de kuddes naar de hooggelegen weiden in de bergen. Ze doen er een maand over er te komen en keren september-oktober terug met de kuddes. Het is een zeer eigenzinnig volk, met een eigen taal, die zich weinig met andere mensen bemoeien en niets van buitenlanders moet hebben. We ontkomen er dan ook niet aan iets te betalen om ze op de foto te zetten, iets wat we normaal uit principe nooit doen. Ze worden vaak lastig gevallen door Indiase ordebewakers omdat ze op Afghanen lijken met hun lange baarden, haakneuzen en lange gestalten en het merendeel moslim is.

Vanuit de groene vallei van Srinagar, waar ze druk bezig zijn de rijstvelden te bewerken, komen we in Sonamarg, het is maar een gat met een rechte straat, maar de ligging is zeer pittoresk. Het heeft wel wat van Zwitserland met bergstroompjes en grasgroene valleien, waar paarden lopen. Veel Indiërs komen hier een dagje paardrijden. In de winter is het een skioord. We maken er een korte stop om iets te eten en warmere kleren aan te trekken. Zo nu en dan regent het en de bergpieken zijn deels nog in de wolken.

Na Sonamarg komt het grote obstakel op de route, de 3529 meter hoge Zoji La (la betekent 'pas') in de echte Trans-Himalaya. Vlak voor de Zoji-la pas moeten we op een grote parkeerplaats wachten omdat eerst de kleinere auto's die van de pas naar beneden komen, doorgelaten worden. Als na een half uur het sein gegeven wordt dat we kunnen rijden stroomt de adrenaline volop door de aderen van de Indische automobilisten. In drie rijen dik proberen ze door de poort van de parkeerplaats te komen en zo hebben we onze eerste aanrijding hier al. Gelukkig is er geen schade en in een Parijs-Dakar sfeer racen we de pas op.
Photobucket
Maar al spoedig wordt alle verkeer aan de kant gezet omdat van de andere kant tientallen vrachtauto's en militaire voertuigen de berg afkomen. Wij vinden deze stop niet erg, want nu kunnen we genieten van het imponerende landschap waarin we ons in bevinden.
Photobucket
Imponerend is ook hoe de vrachtauto's langs de afgrond moeten rijden om op de smalle bergweg langs de geparkeerde auto's te kunnen. Alleen dit schouwspel is al de moeite van de reis waard.
Photobucket

Het verkeer op het hele traject wordt geregeld door politieagenten, volgens ons gewone soldaten die een verkeerstaak hebben en bij ongeregeldheden in dit grensgebied meteen hun taak als soldaat op kunnen pakken. Waarom heeft een agent hier anders een karabijn nodig om het verkeer te regelen en draagt een zelfde uniform als de soldaten die we elders i India gezien hebben. Toch worden ze politie genoemd als we de borden van de kazernes onderweg mogen geloven.

Photobucket

Als we weer verder kunnen komen we op stukken waar nauwelijks sprake meer is van een weg. Soms hebben de gletsjers de hele verharding het ravijn ingedrukt of is door het gletsjerwater weggespoeld. Op deze gedeelten mogen de auto's er alleen één voor één over, wat weer voor oponthoud zorgt. Ons kan het echter niet lang genoeg duren dit allemaal mee te maken. De Zoji-La is zonder enige twijfel de meest spectaculaire bergpas waar we ooit geweest zijn.

Photobucket



Photobucket
Eindelijk op de top is het prachtig zonnig weer. Ook hier weer gletsjers die de weg helemaal weggedrukt hebben. We stappen uit om de benen te strekken en even te sneeuwballen met de chauffeur. In de winter ligt de sneeuw hier 10 meter dik, onvoorstelbaar.
We beginnen aan de lange afdaling, waarbij we nog één kontrolepost tegenkomen en weer een formulier in moeten vullen. We zien Tiger Hill liggen, waarvan de sneeuw op de top prachtig in zon glinstert. Hier vielen in 1989 Pakistaanse troepen India binnen en werd er fel gevochten, waarbij de wereld de adem in hield omdat beide landen inmiddels over kernwapens beschikten.
Na de afdaling over een even slechte weg komen we in de Dras-vallei en zien de harde levensomstandigheden van de bewoners. Het is één van de koudste en hoogst bewoonde gebieden van de wereld met in de winter temperaturen tot min 45 graden!
We stoppen in Dras om wat te eten en hebben even gelegenheid door het dorp te lopen. De ijlere lucht worden we hier voor het eerst gewaar en elke kleine helling vergt een behoorlijke inspanning en geeft veel gehijg van de luchtwegen. En dan te bedenken dat ik vooraf getraind heb om de conditie op te vijzelen, maar voor mijn gevoel is daar niets van te merken!

Photobucket
Dras - Moeder en kind vinden het leuk op de foto te komen

Vanaf Dras is het nog 65 km naar Kargil, een uurtje rijden hadden we geschat, maar volgens onze chauffeur is het nog zeker 2 uur. Een tegenvaller, want we verlangen nu toch wel naar een normale weg. We merken dat onze chauffeur ook moe is en niet veel meer praat. Ook neemt hij meer risico en schat de situaties minder goed in dan vanmorgen.
 
De omgeving is nog steeds prachtig en spectaculair, maar de weg blijft slecht en we moeten vaak aan de kant voor tegemoetkomende colonnes militaire vrachtauto's. Aan de overzijde van de Dras-rivier bevindt zich Pakistan. De Indiase militairen zijn hier dan ook zeer nadrukkelijk en in groten getale aanwezig. Hele dorpen bestaan vrijwel alleen uit militaire onderkomens. Borden geven aan dat het op sommige plaatsen uitdrukkelijk verboden is om te fotograferen.

Het laatste stuk naar Kargil voert de weg door een nauwe vallei met hoge bergwanden van graniet en vulkanisch gesteente in allerlei kleuren. Ook hier weer een schitterend en imponerend landschap, maar we zijn moe verlangen naar een hotel.
Om 7 uur bereiken we Kargil, een klein stadje van 3000 inwoners dat op een hoogte ligt van 2677 meter. Het hotel dat we uitgekozen hebben is vol, waarna we een luxe kamer vinden in het PC Palace hotel. We zijn behoorlijk vermoeid, maar het was het dubbel en dwars waard.

Onze chauffeur overnacht in de auto om geld uit te sparen en vertrekt morgenvroeg om vijf uur voor de terugreis naar Srinagar. Toch blij dat wij dat niet hoeven.

Voor het sneeuwvrij maken van de Weg Srinagar – Kargil zie op YOUTUBE
http://wn.com/Srinagar-Leh 
en  http://wn.com/Srinagar-Leh  geeft een goede indruk van de weg.

Dag 8 - 3 juni - Kargil- bezoek aan de meisjesschool

Photobucket
Kargil - rondom omgeven door kale bergen

Na een koude nacht schijnt smorgens de zon volop als we de straat op gaan om de sfeer van Kargil te proeven. Meteen zijn alle ogen op ons gericht, maar daar zijn we inmiddels wel aan gewend door de vele reizen naar bijzondere bestemmingen.

Photobucket
Kargil - de hoofdstraat

Kargil is het centrum voor de omliggende dorpen om inkopen te doen en handel te drijven.
De hoofdstraat is een langgerekte straat met allerhande kleine winkeltjes, hotelletjes en restaurants. Opvallend is dat hier geen prikkeldraadversperringen zijn en geen gewapende militairen in de straten, hoewel het maar 15 km van de militaire controlelijn met Pakistan ligt.

Photobucket

De bevolking bestaat uit sijitische moslims, niet de meest vrolijke moslimgroepering. Deze strenge stroming is bekend van fundamentalistische landen zoals Afganistan en Iran. De portretten van Khomeini geven wel een indruk hoe de mensen in het leven staan.
Een man komt naar ons toe en vraagt waar we vandaan komen. Als we antwoorden uit Nederland te komen is zijn reactie "Nederlanders zijn hele goed mensen, want ze houden van Iran".
We laten het hier maar bij, want het valt allemaal wel wat mee. Ze zijn niet uit op confrontaties en van het moslimextremisme in Kashmir moeten de meesten niets hebben. Ze voelen zich meer verwant met Ladakh dan met Kashmir en hebben geen behoefte aan aansluiting met Pakistan ondanks de grens die zo dicht bij is.
Als we de moskee willen bezichtigen is dat ook geen enkel probleem, ze wenken al dat we binnen moeten komen en mogen overal rondkijken.
 
Deze lange geestelijke 
is de vrolijkste ook niet, 
maar wil wel op de foto

Photobucket
Van de hoofdstraat slaan we een zijstraat in en dat betekent meteen flink klimmen. De huizen zijn tegen de kale berghellingen gebouwd. De oudere huizen zijn van aangestampt leem en hebben platte daken. De nieuwere hebben puntdaken en zijn voorzien van foeilelijke zinken golfplaten.Photobucket

We dwalen door de kleine straatjes en horen gezang bij een Middelbare meisjesschool. Als we stiekem door de poort kijken worden we meteen opgemerkt. Ze wenken dat we verder moeten komen en onder groot gejuich betreden we het schoolplein waar rondom de leerlingen zitten. We krijgen een ereplekje bij de leraren en meteen wordt drinken aangeboden. We begrijpen dat het een schoolfeest is, waarbij veel gezongen wordt. We ontkomen er niet aan een woord tot de leerlingen te richten, wat An voor haar rekening neemt. Na afloop van het feest komen de leraren in een kring rondom ons zitten en we praten over allerlei zaken. Zij willen weten hoe het in Nederland is en wij vragen hoe het er op deze school aan toe gaat.
Daarna zijn de leerlingen aan de beurt ons vragen te stellen. Met veel gelach en gegiechel horen ze onze antwoorden aan. De reacties zijn niet anders dan ze van Nederlandse pubers zouden zijn, heel vrolijk en spontaan. Als we vragen wat hun favoriete muziek is antwoorden ze in koor "English offcourse". Geen Kashmir muziek ? No, we don't like that, do you ?  Hun favoriet is Shakira en An moet een Shakira dansje met ze doen. Tot hun verbazing doet ze dat lang niet slecht.
We vertellen dat we een zoon hebben die niet getrouwd is en vragen wie mee naar Nederland wil om te trouwen. Ze gieren het uit en meer dan de helft van de groep wil wel. Dat is een beetje veel en na wat onderlinge discussie kiezen ze het mooiste meisje van klas, dat wel mee wil.


Photobucket